Het wilde leven van planten in het Oostelijk Havengebied
In 1987 bezocht ik voor het eerst het Oostelijk Havengebied op een regenachtige, grijze dag. De verlaten terreinen en grauwe loodsen leken het ideale decor voor de opname van een politieserie: zeer geschikt voor allerlei clandestiene activiteiten. Niet lang daarna ging ik wonen in het voormalige gekraakte gebouw 'Het Einde van de Wereld' aan de Sumatrakade. Ik keek al snel door de grauwheid heen en ontdekte het aangename dorp in de stad dat zich hier gevormd had met niet veel meer dan honderd bewoners in diverse kraakpanden en woonboten. Een aantrekkelijk gebied om veel in rond te lopen. Ik ontdekte ook wat er zich afspeelde in alle verlaten hoeken en gaten: er groeiden veelkleurige kleine bloemetjes, waarvan ik de meeste nog nooit eerder in mijn leven gezien had. Tot twee jaar geleden zag ik het Oostelijk Havengebied als een van de meest afwisselende terreinen in Nederland voor wilde planten. En zelfs nu, tussen alle nieuwbouw, zijn nog steeds bijzondere planten te vinden. De verborgen natuur in de stad; als eenmaal je oog erop gevallen is, laat het je niet meer los.
Zand
Tot 1993 heb ik voornamelijk het Java- en KNSM-eiland en de Verbindingsdam bezocht. Wat daar onmiddellijk opvalt (nog steeds), zijn typische planten van zandgrond, zoals het veel voorkomende en geel bloeiende zandkool (sommige mensen vinden dit lekkerder dan ruccula, anderen vinden dat het stinkt). In het begin van de twintigste eeuw is het Java-eiland aangelegd als een soort golfbreker, van opgebaggerde klei uit het IJ en omgeving. Later is deze dam verbreed en overduidelijk opgehoogd met zand. Twee eeuwen geleden groeiden er in Amsterdam geen zandplanten als Hongaarse raket en Oosterse raket, waar het Java-eiland vol mee stond. Pas met het winnen van land dat met zand werd opgehoogd, konden deze planten zich hier vestigen. Een andere opvallende zandplant is Papegaaiekruid, een amarant die in Sporenburg wel twee meter hoog werd. Fraai zijn de drie soorten Teunisbloemen, de Grote, Middelste en Kleine in het hele gebied. De grote gele bloemen gaan tegen de schemering open en wel zo snel dat je het kunt volgen.
Duinplanten waren ook goed vertegenwoordigd in het Havengebied, een teken dat het aangevoerde zand uit de duinen afkomstig was. De meeste duinplanten zijn nu verdwenen: Kruipend Stalkruid en Duinkruiskruid stonden op het Java-eiland, Slangekruid en Kromhals op het KNSM-eiland, Hazepootje op de Verbindingsdam, wilde Hyacinten langs de Parallelweg, Duinaveruit op het Borneo-eiland en met Koningskaars stond het hele gebied vol.
Op het KNSM-eiland had het Mien Ruys-parkje veel meer te bieden dan nu: er stonden planten als Wilde Akelei, Longkruid Wollige Munt en Herfstkrokussen (nu verdwenen in de bouwput van Hoogwerf).
Door het hele havengebied liepen bedrijfssporen, met als gevolg dat hierlangs weer typische spoorplanten groeiden, die nu nog wel terug te vinden zijn langs de Oostelijke Handelskade. Bijvoorbeeld de Wilde Reseda, Luzerne en Bonte Luzerne met zijn mooie kleuren (paars, geel en groen).
Een echte Havenplant is Kompassla, die verdwaalde zeelieden hun richtinggevoel teruggeeft: De bladeren staan vertikaal en wijzen bij zonnig weer pal noord-zuid. Deze plant staat nu in ieder geval nog op het Kompaseiland, ten noorden van de Surinamekade. Daar staan ook Aardperen, familie van de Zonnebloem, maar met iets kleinere bloemen. De wortelknollen zijn eetbaar. Hoe komt nu zo'n Aardpeer op het Kompaseiland? Je kunt je voorstellen dat in het Oostelijk Havengebied veel overslag plaatsvond, waarbij zo nu en dan eens wat zaden gemorst werden. Zo vond ik ook diverse wilde Zonnebloemen, eentje bloeide zelfs op de kademuur van het Borneo-eiland. Een fraaie struik Bont Kroonkruid en een Wonderboom zullen ook wel via verdwaald zaad op het Javaeiland terecht zijn gekomen, net als een Maskerbloem op Sporenburg, Amerikaanse Kruidkers voor het AMP, Mais op het Java-eiland, Bernagie op het Azartplein en in de Rietlanden, Wilde Chicorei (witlof) op het KNSM-eiland, een buitenlandse soort Centaurie langs de Parallelweg, Studentenkruid en Esdoornganzevoet op het Borneo-eiland en zo kan ik nog wel even doorgaan...
Kademuren
Bij de aanleg van de 'eilanden' werden de kademuren gebouwd van basaltblokken met daartussen kalkcement. Bijna een eeuw later is dit een bijzondere groeiplaats geworden voor varens. Mannetjesvaren komt het meest voor, daarnaast Muurvaren op muren die naar het zuiden gericht zijn, Gewone en Brede Eikvaren, Smalle en Brede Stekelvaren, Wijfjesvaren, en zeldzame soorten als Gebogen Driehoeksvaren, Tongvaren, Blaasvaren, Zwartsteel en Steenbreekvaren (die in tegenstelling tot wat zijn naam suggereert, niet in staat is om stenen uit kademuren te breken). Zelfs werd eind jaren tachtig op de kop van het KNSM-eiland een Genaalde streepvaren gevonden, voor zover ik weet de enige bekende vondst in Nederland. Helaas is deze groeiplaats verloren gegaan door het wegbreken van de kademuur voor de aanleg van stadsvilla's.
Bij het beheer van de kademuren in het Oostelijk Havengebied wordt tegenwoordig gelukkig rekening gehouden met deze bijzondere groeiplaatsen. Zo is de kademuur aan de noordkant van het Borneo-eiland een aantal jaar geleden gerestaureerd, waarbij gebruik is gemaakt van de originele basaltstenen en kalkcement. Ik liep daar toen toevallig langs, en degenen die daar toen aan het werk waren wisten alles van de varens af en vonden het een mooi karwei waar ze mee bezig waren. Hun werk heeft inmiddels vrucht afgeworpen: op die plek staan weer zeldzame steenbreekvarens en enkele zwartstelen.
Bouwput
Tijdens het slopen van de oude haven werd het wilde plantenleven alleen nog maar interessanter, met name in de Rietlanden. Hier werden begin jaren negentig de rails van het rangeerterrein verwijderd. Dat was het begin van de ontwikkeling van een natte duinvallei in de stad. Het braakliggende terrein kwam 's winters onder water te staan en opeens zagen allerlei zaden, al diejaren goed geconserveerd in het oorspronkelijke duinzand, kans om te kiemen. In de zomer trof je hier planten aan die je door de verdroging van de duinen daar zelden meer tegenkomt. Riempjes, Kaal Breukkruid, Kleine Kattenstaart, Fraai Duizendguldenkruid, Strandduizendguldenkruid, Echt Duizendguldenkruid, Sierlijke Vetmuur en nog veel meer... Veel bijzondere planten, vaak niet hoger dan enkele centimeters, zodat ik vaak met groot genoegen door de Rietlanden gekropen heb. Dit genoegen is nu helaas voorbij. Veel nieuwe bewoners zullen nooit beseffen welke plantaardige rijkdom er onder hun vloeren ligt te wachten tot de volgende kans zich voordoet om te kunnen kiemen.
Op een gegeven moment vond ik in de Rietlanden ook een Orchidee, een Rietorchis. Deze zijn rond Amsterdam niet zeldzaam, maar zo dicht bij het centrum wel.
Ook andere bijzondere planten deden het goed door de bouw- en met name sloopactiviteiten in het gebied. Zo kwamen er onder gesloopte loodsen veel Doornappels vandaan en hier en daar stond een pluk Zeeraket, een plant die je anders alleen vlak bij zee in de eerste duinen ziet.
Andere sloopactiviteiten waren weer volkomen onbegrijpelijk: Op de Verbindingsdam stond een hele mooie Appelboom, waarom deze moest verdwijnen is mij een volkomen raadsel, op de helling stond hij niemand in de weg. Maar dat de Verbindingsdam schoon moest en zou was duidelijk: op een dag was er zelfs geen plant meer te zien daar. Keurig schoon. Gelukkig laten planten zich niet zo snel kisten: de Kraailook was alweer snel terug dankzij zijn bolletjes en de Dotterbloem die aan de westzijde in het water staat heeft het ook overleefd. Maar verder is het gevolg nog steeds te zien. In plaats van een afwisselende vegetatie met Rotsooievaarsbek en Valeriaan staan er nu met name Brandnetels, die blijk geven van de overweldigende visie waarmee er in het algemeen wordt omgesprongen met de openbare ruimte. Gelukkig vallen de kademuren blijkbaar onder een ander loket.
Nieuwbouw
De plantenwereld in het Oostelijk Havengebied stopt gelukkig niet bij de muren. Vooral bijzondere grassen voelen zich al thuis op de nieuw aangelegde stoepen: Bijvoorbeeld: Klein Liefdegras en Straatliefdegras op Borneo, Baardgras op KNSM. Met de stenige stad is ook de Steenkruidkers opgedoken in het Oostelijk Havengebied. Deze plant staat op plaatsten waar wordt geürineerd.
Nog steeds loop ik veel rond in de omgeving en al jaren maak ik dia's van de planten die ik zie. Voor meer informatie of voor het aanvragen van een diavoorstelling kun je me bellen.