klik op de foto's om ze te vergroten
Hoewel je het zou kunnen opvatten als een 1 april-grap was het dat zeker niet. Gezien de opkomst hebben veel Amsterdamse floristen dat wel gedacht. En dat is toch jammer van zo'n leuk idee. Met zijn drieën hebben we de in de toekomst van onze stadsplanten gekeken bij tuincentrum Intratuin in Amsterdam-oost. Uiteraard kwamen we daarbij ook een aantal bekenden tegen.
Het begon meteen goed met een discussie bij de plantenbak buiten. Daarin groeien Liggend vetmuur, Straatgras, Klein kruiskruid, Kleine veldkers (bloeiend) en Gehoornde klaverzuring. Wilde planten? Is de Gehoornde kalverzuring geen tuinontsnapping? Wanneer is het een wilde plant? Als het net als de Zomprus even verderop tussen de straatstenen, of als vegetatief plantje van vermoedelijk Grote pimpernel in de stoeprand staat? Het blijft moeilijk en de grens is niet altijd even scherp te trekken.
Dan maar naar binnen en kijken naar onze nieuwkomers. Voor de zekerheid Ton's Stadsplanten-gids maar meegenomen.
Muurzeepkruid, Saponaria ocymoides, keurig verpakte wortelstokjes: €10. De gevonden wilde planten in Amsterdam bleken op één na Lijmkruid (Blaaskruid), Silene schafta te zijn. Uiteraard staat dat twee rijen verder in het schap: €2,49 voor een potje. Muurzeepkruid was er ook in een potje en zo konden we de twee in vegetatieve toestand goed vergelijken. Muurzeepkruid lijkt een meer liggende plant en heeft duidelijk rood aangelopen stengels. Lijmkruid was veel groener en één opstijgende plant. De afbeelding in de stadsplantengids lijkt dan ook verdacht veel op Lijmkruid i.p.v. Muurzeepkruid.
Violen
in alle soorten en maten. Veel hybriden met grote bloemen die ze na verwildering
kwijtraken. De plant valt dan terug tot de kleine driekleurige bloempjes Viola
tricolor cv hortensis!
Het Maarts viooltje, Viola odorata is kennelijk
wel een wilde vorm. De cultivarnaam ontbreekt op het kaartje. In mijn tuin wil
het plantje niet groeien, maar verwilderd in het achtersteegje heeft het geen
problemen. Ik ben er nog niet achter waar dat inzit.
Een mogelijke nieuwkomer is Viola labradorica. Lijkt op Maarts
viooltje maar heeft donkere, paars aangelopen blaadjes die iets spits
toelopen. In Plantvinder (goedkoop boek met alle tuinplanten en waar die te
verkrijgen zijn) staan 14 cultivars van deze soort.
We zien Bosvergeet-me-nietje, Myosotis sylvatica "Blue ball" en nog een variant hierop met bloemen zo groot als dubbeltjes. Verwildert makkelijk en komen we overal tegen.
De grassenhoek is hilarisch. Ik denk dat Straatliefdegras niet slecht zal verkopen. Blauw zwenkgras, Festuca glauca is een veel verkochte soort die ook gemakkelijk kan ontsnappen uit tuinen en te verwachten is. Ook de Carex morrowii (acht cultivarvormen) een tweekleurige zegge met scherpe bladen, is ook te verwachten. Hangende zegge Carex pendula weet zich in stadsparken enorm uit te breiden en mogelijk zullen we deze soort ook vaker zien.
Bakken met een diversiteit aan kleine sedum soorten. Verspreiden deze soorten zich met zaden? Bekend is dat uit tuinafval de restplantjes makkelijk aanslaan. Nu blijken in de omgeving van sedumdaken ook zaailingen - of stukjes weggewaaide plantjes - te groeien. Een soort dus om in de gaten te houden.
Bakken met de bekende klokjes met de onuitsprekelijke namen. We houden het maar bij Kruipend klokje en Karpatenklokje in de variëteiten roze tot paars en nu ook met dubbel gevulde bloemen. Geen onaardige aanwinst en gelukkig vallen de cultivars al snel terug in hun wilde vorm, respectievelijk Campanula portenschlagiana en C.poscharskyana.
Nog
een makkelijke verwilderaar komt uit de bakken met Stokrozen,
Alcea rosea. In de winkel nog netjes gekleurd maar zelfs de meest donkere
bloem produceert zaad dat weer terugvoert naar de bleekroze vorm, die dan verwilderd
wordt aangetroffen. Overigens ook niet onaardig.
Een naaste verwant met ook veel soorten is het Kaasjeskruid
Malva. Ook deze planten verwilderen makkelijk en worden dan ook regelmatig
gevonden.
Het heerlijk geurende Grijze kattenkruid, Nepeta faasenii is bekend van geveltuintjes en bevolkt daarna de halve straat. De plant lijkt en ruikt totaal niet op en naar het Wilde kattenkruid, Nepeta cataria.
De varenhoek is uitzonderlijk. Hier staan bakken vol met Rode-lijstplanten. Een keur aan Naaldvarens (hier onder de naam Niervaren verkocht) maar ook de gewone soorten als Eikvaren, Steenbreekvaren, Dubbelloof en Tongvaren voor een habbekrats te koop. Leuke plek om varens te leren kennen. Het is wat makkelijker dan in putten kijken.
Steenanjer Dianthus deltoides (Rode Lijst Kwetsbaar/ Beschermd) in ons district één groeiplaats waar de populatie moeilijk stand houdt: €2,49. Zouden ze een ontheffing hebben om te verkopen? Kunnen we zelf wat plantjes neerzetten bij onze populatie?
Nog een leuke groep is de diverse wilde geraniums. Ook deze planten gedijen goed in en om de stad. Glanzende ooievaarsbek is daarvan een goed voorbeeld. In mijn ooghoek zag ik ook Reigersbekken, Erodium. De blaadjes van één van de planten leek verdacht veel op een soort uit Portugal Erodium malacoides. Een soort om naar uit te kijken.
En verder nog Muurfijnstraal, Rode Spoorbloem, Voorjaarszonnebloem, Gipskruid, Ezelsoren, Blauw parelzaad, Mansoren en een kleine Cyclaam.
De
aquarium- en tuinvijverafdeling spant de kroon. Hier wordt de hele sloot aan
planten verkocht. Mocht u nog eens aan de grond zitten schep dan bakjes met
Azolla filliculoides en verkoop ze voor €1,38. De meest opmerkelijke
soort hier was Pilvaren, Pilularia globulifera,
geen alledaagse soort. In ons district alleen in het Laegieskamp te zien. Een
hoopvolle nieuwkomer die hier vroeger voorkwam en hier in de schappen lag, is
Waternoot, Trapa natans. Toevallig vorig
jaar in een zijarm van de Saone gefotografeerd. Fraaie waterplant met grote
drijvende rozetten met ruitvormige bladen.
Een andere nieuwkomer is de Kleine waternavel Hydrocotyle
(minor??). Hopelijk verwildert dit plantje niet. Verder stonden er de
bekende Grote vlotvarens (Salvina natans),
Waterhyacint /Snoekkruid
(Pontederia lanceolata en cordata) en Watersla
(Pistia stratiotes).
Een excursie in een tuincentrum is de moeite waard. Veel planten zijn in de hand te bekijken en het geeft een indruk van de economische waarde van onze flora. Leuk om nog eens over te doen maar dan met wat meer mensen.
Norbert
Daemen