Bijzondere vondsten in de regio Amsterdam 2003-2004

-door Ton Denters-

De Nederlandse flora was in de zomer van 2004 volop in het nieuws, tot aan het NOS-journaal toe. Veel aandacht werd besteed aan de nieuwe standaardlijst van de Nederlandse flora, die met een ongekend groot aantal soorten is uitgebreid. Tegelijkertijd werd er ook een hele reeks van ‘wachtkamersoorten’ gepresenteerd; soorten die al wel in ons land zijn gesignaleerd, maar waarvan inburgering nog niet volledig vaststaat. Zij zijn al wel 'genomineerd' om over zeven jaar op de hernieuwde lijst te komen. De ‘intocht’ van al deze nieuwkomers wordt vooral toegeschreven aan de wereldwijde klimaatsverandering, die in Nederland tot veel meer nieuwe plantensoorten heeft geleid dan wetenschappers tot nu toe voor mogelijk hielden. In Amsterdam zagen we de opmars van nieuwelingen al langer aankomen. Afgelopen jaren schreef ik aan de hand van vooral Amsterdamse bevindingen over een ‘botanische warmtegolf’: "Gemiddeld zijn er thans twee inburgeringsgevallen per jaar. Dat zijn er aanzienlijk meer vergeleken met voorgaande perioden. In de laatste jaren is het tempo waarmee neofyten opduiken en inburgeren met een factor zes toegenomen (Flora van het urbane district; Gorteria 1998)".

De volgende, ook in Amsterdam voorkomende, soorten zijn nu officieel tot de 'eredivisie' (de nieuwe standaardlijst; Gorteria 2004) van de Nederlandse flora doorgedrongen: Vederesdoorn Acer negundo, Stijve dravik Anisantha diandra, Rijncentaurie Centaurea stoebe, Hoge fijnstraal Conyza sumatrensis, Muurfijnstraal Erigeron karvinskianus, Damastbloem Hesperis matronalis, Dichtbloemige kruidkers Lepidium densiflorum, Judaspenning Lunaria annua, Prikneus Lychnis coronaria, Citroenmelisse Melissa officinalis, Zegekruid Nicandra physalodes, Draadgierst Panicum capillare, Brandpastinaak Pastinaca sativa urens, Schijnaardbei Potentilla indica en Gewimperd langbaardgras Vulpia ciliata ciliata. Opvallend is dat IJzervaren Cyrtomium falcatum vooralsnog op de nieuwe standaardlijst ontbreekt.

De belangrijkste 'golf' warmteminnaars is overigens nog niet op deze lijst terechtgekomen en zit voorlopig in de wachtkamer. Overigens is in Amsterdam al wel overduidelijk dat een aantal soorten straks eenvoudig die promotie zal maken. Ik durf dat zonder meer te voorspellen voor: Spaanse dravik Anisantha madritensis, Kruipklokje Campanula poscharskyana, Marjoleinbekje Chaenorhinum origanifolium, Gevlamde fijnstraal Conyza bonariensis, Tweekleurig springzaad Impatiens balfourii, Walstroleeuwenbek Linaria purpurea, Schijnpapaver Meconopsis cambrica en Slaapkamergeluk Soleirolia soleirolii. Al deze soorten zitten in de regio Amsterdam al stevig in het zadel. In de onlangs verschenen (juni 2004) ‘Veldgids stadsplanten’ zijn deze soorten al wel opgenomen met de nodige informatie en steeds een foto. Inmiddels dienen zich in het stedelijk gebied alweer geheel nieuwe soorten aan, zoals het voor ons land geheel nieuwe Kransgras Polypogon viride. In de Amsterdamse binnenstad werd dit zuidelijke gras in korte tijd vier keer opgemerkt. Helemaal nieuw is ook Rood cypergras Cyperus longus . Niet nieuw, maar wel opmerkelijk zijn vondsten van Kleine kattenstaart en Goudknopje in de Amsterdamse binnenstad en Doorschijnend sterrenkroos in het IJmeer.

Dankzij veel inventarisatiewerk is de flora van de stad en regio Amsterdam goed bekend. In 2004 werd er een nieuwe kroon op het inventarisatiewerk gezet. De Werk- en adviesgroep Muurplanten bracht de beschermde muurflora gedetailleerd in beeld. Zowel de binnenstad als het havengebied werden volledig onderzocht (100 km gracht- en kademuren!). Alleen in 1989 werd eenzelfde prestatie geleverd. De binnenstad werd vaker integraal bekeken; voor het eerst in 1954, daarna in 1987, 1989, 1997 en 2002. Dit jaar werd opnieuw bevestigd dat Amsterdam een unieke muurflora heeft. Vooral de veelheid aan varens is ongekend (in 2004 17 soorten). Nergens in ons land staan binnen een straal van enkele kilometers zo veel verschillende varensoorten bijeen als in Amsterdam. Daaronder zit de crème de la crème, met absolute zeldzaamheden als Schubvaren, Groensteel en Blaasvaren. Verder herbergt de hoofdstad opmerkelijke aantallen Zwartsteel, Steenbreekvaren en Tongvaren; allemaal kwetsbare soorten, die sterk gebonden zijn aan oude, vochtige muren. Op drogere muurtypen groeien onder meer Plat beemdgras, Klein glaskruid (in klein aantal) en sinds kort ook het zeer zeldzame Stijf hardgras (nieuw in 2004). In 2004 werden enkele verdwenen soorten herontdekt, zoals Gebogen driehoeksvaren en Stijve naaldvaren. Er werden recordaantallen Tongvaren en Steenbreekvaren geteld, maar het aantal Zwartstelen halveerde. Op een zestal muren werd een Vijgenboom aangetroffen. Verder blijkt Amsterdam in toenemende mate het domein te zijn van Muurleeuwenbek, Gele helmbloem en nieuwe opvallende muurplanten als Muurfijnstraal, Kruipklokje, Spoorbloem en Halsbloem Trachelium caeruleum (op resp. 17, ruim 30, 11 en 2 muurkanten). De belangrijkste waarnemingen en ontwikkelingen uit dit muurplantenonderzoek zijn in dit overzicht opgenomen.

Ook buiten het stedelijk gebied van onze regio is het nodige gevonden. De dynamiek is hier wel geringer en daarmee ook de kans om nieuwe ontdekkingen te doen. Uiteraard is het behoud van terreinen voor veel soorten essentieel. In een aantal natuurterreinen zorgen natuurontwikkeling en beheer ervoor dat soorten na tijden van afwezigheid weer kunnen terugkeren, zoals bijvoorbeeld Moerashertshooi in het Laegieskamp bij Bussum. Verder hebben we in onze regio te maken met voortgaande verzoeting van het gebied te noorden van het IJ. Daardoor staat een brakwatersoort als Heemst (in 2004 op veel plaatsen nog wel teruggevonden) onder druk en verschijnen er allerlei zoete soorten, waarvan Blaaszegge de meest recente aanwinst is.

  

Het soortenoverzicht 2003-2004 ................. van A tot Z

AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA

Acer negundo – Vederesdoorn 124-486 TD Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Een jonge boom op basaltmuur van Borneokade. Vederesdoorn komt van oorsprong uit Noord-Amerika. De soort is eerst ingeburgerd in het Rijngedeelte van het rivierengebied en maakt thans een opmars in onze steden door.

Aethusa cynapium - Hondspeterselie 119-486 PvD Amsterdam-Oudwest. Tweetal planten langs kademuur van Da Costagracht. Hondspeterselie is in en om Amsterdam een schaarse soort, die onbestendig en in kleine aantallen optreedt.

Alopecurus aequalis - Rosse vossenstaart 123/124-484 WBK/PvdB/FG Amsterdam-Watergraafsmeer. Massaal aan oever van het nieuwe parkdeel Frankendael.

Alnus cordata - Hartbladige els 119-486 TD Amsterdam-Kinkerbuurt. Een jonge boom op muurtje van trapportaal in de Tollensstraat. 122-483 TD Amsterdam-Overamstel. Twee jonge bomen op een basaltmuur langs de Amstel aan de Korte Ouderkerkerdijk, samen met een dertigtal exemplaren van Tongvaren. Hartbladige els komt van nature alleen voor op Corsica en zeer lokaal in Zuid-Italië. Deze boom is sinds kort ook spontaan in onze steden te vinden, meestal op stenige plaatsen en in het bijzonder oude basaltmuren.

Antirhinum majus - Grote leeuwenbek 124-486 TD Amsterdam-Oost. Een tiental geelbloeiende planten op balkonmuur van flat; spontane vestiging en al meerdere jaren standhoudend!

Amaranthus blitum - Kleine majer 125-484 HW Amsterdam-Watergraafsmeer. Tiental planten aan rand van sportveld. 122-486 HW Amsterdam-Plantage. Talrijk in rozenperk. 119-488 TD Amsterdam-Staatsliedenbuurt. Spontaan tussen tegels op dakterras.

Ambrosia psilostachya - Zandambrosia 123-485 RB Amsterdam-Oost. Een forse plant in Transvaalstraat. 124-487 Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Een plant samen met Dubbelkelk onder heg op Oostelijke Handelskade. In onze regio vooralsnog alleen zeldzaam adventief. In het recente verleden slechts twee vondsten, waarvan een eveneens in het Oostelijk Havengebied (Borneo-eiland 1996). 125-486 HW Amsterdam-Zeeburg. Een plant op dijk van Amsterdam-Rijnkanaal.

Amsinckia menziesii - Amsinckia 124-487 CB Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Een exemplaar spontaan in tuin op Oostelijke Handelskade.

Anagallis arvensis subsp. arvensis - Rood guichelheil 119-488 TD Amsterdam-Staatsliedenbuurt. Een plant in een boomspiegel aan de Van der Hoopstraat.

Anemone nemorosa - Bosanemoon 116-483 GT Amsterdam-Sloten. Een flinke, natuurlijk ogende groeiplaats op talud A-10 nabij volkstuinencomplex. Soort van matig voedsel- en humusrijke loofbossen en hakhout; soms op grasgrond. De soort ontbreekt van nature in onze regio.

Anisantha madritensis - Spaanse dravik Al een aantal jaren geleden werd er in Amsterdam een nieuwe dravik ontdekt, die zich her en der op straat prominent manifesteerde, maar nog niet op naam kon worden gebracht (zie soortenoverzicht 2002; nieuwsbrief no. 34). Aanvankelijk werd gedacht aan Spaanse dravik, later weer niet, maar nu blijkt de eerste opinie toch te kloppen! In de Veldgids stadsplanten is dit laatste inzicht al verwerkt, daar lees je over dit gras: "In de hoofdstad opvallend talrijk te vinden. Plaatselijk vormt het monoculturen, met name op zonnige plaatsen op basaltglooiingen en langs gevelmuren. Daarnaast treedt het op als onkruid in geveltuinen en plantenbakken". Vooral in het westelijk deel van de binnenstad (Jordaan / Westerpark: 119-487/119-488/120-486/120-487/120-488). Nieuw in: 116-486 PDe Amsterdam-Slotervaart/Overtoomse Veld. Enkele exemplaren samen met Groot trilgras (Briza maxima) en Hazenstaartje (Lagurus ovatus) in boomvoet aan de Johan Huizingalaan. Dit drietal werd al eerder in 124-487 aangetroffen (Levantkade, Oostelijk Havengebied).

Asplenium adiantum-nigrum - Zwartsteel WMP In Amsterdam voor het eerst in 1987, daarna voorspoedige ontwikkeling. In 2002 telde de hoofdstad een 20-tal groeiplaatsen met circa 500 planten. Inmiddels is de groei gestagneerd en heeft de soort sterk te lijden gehad onder restauraties. Anno 2004 resteren er nog 174 exemplaren op 15 groeiplaatsen, verdeeld over 13 km-hokken. De belangrijkste groeilocatie bevindt zich thans aan de Lijnbaansgracht ter hoogte van de Westerstraat. Slechts enkele nieuwe, bescheiden vestigingen: 119-486 VtH Amsterdam-Oudwest. Een plant met Steenbreekvaren op brugmuur Da Costagracht. 122-487 TD Amsterdam-Centrum. Een exemplaar samen met Steenbreekvaren op kademuur Oude Schans.

Asplenium scolopendrium - Tongvaren WMP In 2004 werd een recordaantal van ruim 1250 planten bereikt. De soort profiteert van een reeks zachte winters. Vooral op bestaande groeiplaatsen heeft Tongvaren zich kunnen uitbreiden, maar het aantal blijft vooralsnog bescheiden (doorgaans minder dan 50 planten). Tongvaren is, anders dan Steenbreekvaren, vooral op de binnenstad aangewezen. Dat maakt deze varen bijzonder kwetsbaar. Door het intensieve onderhoudsregime van grachtmuren wordt de soort voortdurend bedreigd. Enkele opvallende nieuwe ontdekkingen zijn 123-487 NdB Kattenburgerkade. Dertigtal planten op grachtmuur samen met veel Muurfijnstraal. 123-483 NdB Duivendrecht-Haven. Dertigtal planten op kademuur aan Weespertrekvaart bij Wenckebachenweg. 114-483 ND Dorp Sloten. Een jonge plant op oude, verwaarloosde muur van RK-kerk.

Asplenium trichomanes - Steenbreekvaren WMP Ondanks een toename in afgelopen periode is Steenbreekvaren nog steeds een zeldzame en bedreigde soort. Het gaat om een relatief klein aantal vestigingsplaatsen, met op sommige plekken veel exemplaren. De totale populatie omvat in Amsterdam thans zeker 3000 planten. In 2002 werd een recordaantal geteld (3500), maar door grootschalige restauraties in het Oostelijk havengebied gingen er enkele belangrijke groeiplaatsen verloren. Toch is het havengebied, samen met het Stenen Hoofd, nog steeds een bolwerk voor Steenbreekvaren (driekwart van alle planten). In de Amsterdamse binnenstad heeft de soort zich op enkele nieuwe plaatsen kunnen vestigen, met name in de nabijheid van bestaande groeiplaatsen. Van bijzondere betekenis is het Weteringsluisje, waar Steenbreekvaren nu al sinds 1953 voorkomt. Helaas werd in 2004 het sluisje onzorgvuldig gerenoveerd, waardoor een deel van de populatie verdween. Toch groeien er nu nog steeds ruim 200 planten. Enkele opmerkelijke nieuwe vindplaatsen zijn: 123-488 BB Amsterdam-Noord. Vijftigtal planten op kademuur aan Motorkanaal, samen met Tongvaren. 118-484 TD Amsterdam-Zuid. Dertigtal planten op walmuur van Stadiongracht langs 'verlengde' Pieter Lastmankade.

Asplenium viride - Groensteel WMP Op de Amstelsluizen (122-486) groeit thans het enige exemplaar van Nederland; de groeiplaats in Musselkanaal (Groningen) is helaas verloren gegaan. Het laatste exemplaar in Amsterdam wordt zo goed mogelijk bewaakt. Op de Amstelsluizen werden ook in 2004 weer onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd, maar niet op de plek met Groensteel. Wel werd een varenrijk muurdeel hersteld, met behoud van Steenbreekvaren, IJzervaren en Gewone eikvaren. Helaas overleefde de Zachte naaldvaren (Polystichum setiferum) de opknapbeurt niet. Daarmee is deze varen nu helaas uit onze regio verdwenen.

 

BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCCC

Ballota nigra subsp. foetida - Stinkende ballote 119-488 TD Amsterdam-Stadsdeel Westerpark. Tweetal forse planten rond voormalig gemaalgebouw aan de Haarlemmertrekvaart. Hier ook Stinkende gouwe met gevulde bloemen! 125-487 CB Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Op de Ertskade hebben circa 20 planten de herinrichting van dit gebied overleefd, waaronder een exemplaar op de kademuur van het Tegelbergplein.

Callitriche truncata - Doorschijnend sterrenkroos 128-484 RBe/AJR Amsterdam-Diemerzeedijk, in IJmeer bij IJburg. Deze zuidelijke waterplant is in 1998 voor het eerst in Nederland gevonden in het Deltagebied (Haringvliet, Biesbosch e.o.) Hier is deze waterplant nu plaatselijk talrijk te vinden. De vondst in het IJmeer is een flink stuk noordelijker. De soort wordt waarschijnlijk vooral door watervogels verspreid. Overigens hebben we deze zuidelijke soort waarschijnlijk niet alleen te danken aan de opwarming van het klimaat, maar ook aan de verbetering van de waterkwaliteit. Doorschijnend sterrenkroos is een kritische waterplant, die hoge eisen stelt (helder, basenrijk water en een minerale onderwaterbodem). De soort is in het hele Europese areaal zeldzaam.

Campanula poscharskyana - Kruipklokje WMP Deze voor ons land nieuwe soort heeft in korte tijd veel stedelijk gebied weten te veroveren. In Amsterdam is dit klokje vrijwel overal te vinden (in ieder geval in alle binnenstedelijke km-hokken). De plant staat aan de straatkant, op en rond trapportalen, in oude binnentuinen, in hofjes en op grachtmuren (in 2004 op meer dan 30 muurkanten). Het nauw verwante Dalmatiëklokje (Campanula portenschlagiana) heeft zich in stedelijk Nederland op veel kleinere schaal aan het inburgeren. Deze soort is in Amsterdam vooralsnog alleen in de Rivierenbuurt (121-483) op straat gevestigd.

Campanula rotundifolia - Grasklokje 119-487 VtH Amsterdam-Centrum. Een plant op walmuur van Egelantiersgracht. 120-486 JD Amsterdam-Centrum. Enkele planten op stenige, oude binnenplaats aan Marnixstraat; ogenschijnlijk een spontane groeiplaats. Grasklokje is voor Amsterdam ongewoon: er waren uit het binnenstedelijk gebied nog geen vondsten bekend, m.u.v. de Hoogte Kadijk waar de soort werd uitgezaaid.

Carex vesicaria - Blaaszegge 130-498 JN/NY/MKvH/BG/RvR/LdO Katwoude / polder Katwoude. Vijftal planten in oever van bermsloot Lage Dijk. Een opvallende vondst van een soort die in onze regio uiterst zeldzaam is. In de Flora-Atlas Amsterdam is slechts een vindplaats bij Botshol opgenomen.

Catapodium rigidum - Stijf hardgras 120-486 TD Amsterdam-Centrum. Vele tientallen planten tussen straatstenen langs kademuur, sommige planten ook op kade van Leidsekade. 122-486 TD Amsterdam-Centrum. Twintigtal planten tussen straatstenen langs grachtmuur van Nieuwe Prinsengracht. Twee nieuwe groeiplaatsen van deze voor Nederland en de regio Amsterdam zeer zeldzame soort (én beschermd). Als muurplant is Stijf hardgras bijna uit ons land verdwenen, maar als straatplant is het enigszins in opmars. In totaal zijn er nu vijf vindplaatsen uit Amsterdam bekend, waarvan er twee weer zijn verdwenen. Ook de recent ontdekte groeiplaats in de Mary Zeldenruststraat (zie nieuwsbrief nr. 34).

Centranthus ruber - Spoorbloem WMP Deze soort is afkomstig uit Zuid-Europa en al lang in cultuur als sierplant. Van verwildering en inburgering was tot voor kort nog geen sprake, maar daarin is recent verandering gekomen. Spoorbloem, van huis uit een rotsplant, ontpopt zich in Nederland meer en meer als muur- en gevelplant. De eerste 'vrije vestiging' in Amsterdam vond plaats in 1997. Inmiddels is de soort veel ruimer verspreid; zo werd ze in 2004 op een 12-tal muurkanten aangetroffen (120-486 / 120-488 / 122-486 / 123- 486 / 125-487).

Ceterach officinarum - Schubvaren WMP Amsterdam herbergt op het Stenen Hoofd de grootste groeiplaats van Nederland. De populatie op het Stenen Hoofd neemt nog steeds in omvang toe; in 2004 werden er meer dan 150 planten geteld.

Chaenorhinum origanifolium - Marjoleinbekje 119-486 TD Amsterdam-Kinkerbuurt (in vorige nieuwsbrief is abusievelijk 119-488 vermeld) 120-485 RB Amsterdam-De Pijp. Een viertal planten op en tegen gevelmuur in Balthasar Floriszstraat. Marjoleinbekje is een prachtige, voor Nederland nieuwe muurplant, afkomstig uit het Middellandse-Zeegebied. De soort staat bij voorkeur boven op muren, liefst op verweerde plaatsen met kalkrijk cement. In ons land vestigde Marjoleinbekje zich voor het eerst in 1990 op een vervallen muurtje in Middenmeer in de Wieringermeer. Inmiddels zijn er ontdekkingen in het hele land, maar vooral in de Randstad.

Chelidonium majus - Stinkende gouwe 119-488 TD Amsterdam-Stadsdeel Westpark. Bij voormalig gemaalgebouw aan de Haarlemmertrekvaart enkele planten met gevulde bloemen!

Chenopodium pumilio - Liggende ganzenvoet 123-486 TD Amsterdam-Plantage Buurt. Een plant langs zonnige gevelmuur. Tweede vondst in Amsterdam.

Cochlearia danica - Deens lepelblad Deze soort staat talrijk langs autowegen aan de rand van Amsterdam en dringt van daaruit steeds vaker het stedelijk gebied binnen. 119-488 TD Amsterdam-Staatsliedenbuurt. Tiental exemplaren langs gevelmuur van nieuwbouw aan de Van Hallstraat. 124-486 TD Amsterdam-Zeeburg. Vijf planten op kademuur van Zeeburgerkade.

Conyza bonariensis - Gevlamde fijnstraal 120-485 TD/RB Amsterdam-Oudzuid. Tiental planten langs zuidelijke gevelmuur in Joh. M. Coenenstraat. 121-485 RB Amsterdam-De Pijp. Veertig planten langs zonnige gevelmuur in Hercules Seghersstraat hoek Govert Flinckstraat. 120-484 RB Amsterdam-Oudzuid. Diverse planten in geveltuin Bernhard Zweerskade. 120-488 TD Amsterdam-Staatsliedenbuurt. Diverse planten langs Wittenkade en Van Duynstraat. 121-488 TD Amsterdam-Bickerseiland. Enkele planten tussen bestrating aan zonnige zijde van Bickersgracht. Een serie eerste vondsten in Amsterdam. Gevlamde fijnstraal was al eerder gevonden in Enschede (1996), Leiden (1997), Rotterdam (1998), Middelburg (2001) en Haarlem (2002).

Conyza sumatrensis - Hoge fijnstraal Deze soort is in Amsterdam volledig ingeburgerd (alle opgaven RB/TD), maar wordt door velen nog over het hoofd gezien. 116-472 Busstation Uithoorn. Vele tientallen planten op weinig belopen delen van stationsterrein. 120-488 Amsterdam-Jordaan. Enkele planten in Egelantiersstraat. 118-484 Amsterdam-Zuid. Flink aantal op bouwterrein nabij Olympisch stadion. 120-485 Amsterdam-Oudzuid. Een plant in Cornelus Anthiszstraat. 120-485 Amsterdam-Oudzuid. Forse planten, tot meer dan 2 meter hoog, op parkeerplaats aan Honthorststraat. 121-485 Amsterdam-De Pijp. Enkele planten langs gevelmuur en geveltuinen van Govert Flinckstraat. 123-485 Amsterdam-De Pijp. Diverse planten op basaltglooiing van Transvaalkade. 124-486 Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Een klein aantal planten op Borneokade.

Cotula coronopifolia - Goudknopje 119-485 MM Amsterdam-Vondelpark. Enkele planten samen met Moerasdroogbloem op verslempte, drassige oeverkant.

Cynoglossum officinale - Veldhondstong 120-488 TD Amsterdam-Staatsliedenbuurt. Een plant op basaltglooiing van Wittenkade.

Cyperus longus - Rood cypergras Een fraaie, maar triviale Zuideuropese soort, die in urbaan Nederland mogelijk een ‘gouden toekomst’ heeft. Recent in Leiden voor het eerst in ons land op straat aangetroffen (zie 'Veldgids stadsplanten' blz. 314) en nu ook in Amsterdam! 118-483 PDe Amsterdam-Slotervaart. Rond boomvoet bij Jaagpad langs Schinkel.

Cyrtomium falcatumIJzervaren 120-487 TD Amsterdam-Centrum. Een plant op kademuur nabij Groenmarktkade. Een nieuwe vondst van deze zeer zeldzame en interessante soort. Zie nieuwsbrief no. 33 en Gorteria no. 29 (2003) p.: 125-133.

Cystopteris fragilis - Blaasvaren 120-486 PvdB/JM Amsterdam-Centrum. In totaal 31 planten, op brugmuur en -pijlers aan de Lijnbaansgracht bij de Spiegelstraat. Hier ook Mannetjesvaren, Smalle stekelvaren en Tongvaren. Een bijzondere vondst van deze uiterst zeldzaam geworden varen, die in tegenstelling tot veel andere muurvarens in ons land nog steeds verder achteruitgaat. In de Amsterdamse binnenstad was deze varen al sinds 1954 niet meer aangetroffen, behoudens de vondst van een plant op de Amstelsluizen (2001) en een de Westlandgracht (1991-1999). Blaasvaren was eerder al wel in het Oostelijk Havengebied ontdekt (1989 en nog steeds op de Zeeburgerkade), op het gemaal aan de Kadoelerbreek (1992 tot op heden) en op de Willem-I-sluis aan het NH-kanaal (sinds 2002). Naschrift: De groeiplaats met Blaasvaren op de Lijnbaansgracht werd onlangs door de gemeente, zonder dat daartoe noodzaak bestond, grotendeels vernietigd. Omdat Blaasvaren wettelijk beschermd is (Flora- en faunawet), is het voorval aangemeld bij de Algemene Inspectie Dienst (houdt toezicht op naleving van deze wet). De gemeente zal voor deze overtreding worden gedagvaard.

 

DDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDDEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEE

Dactylorhiza majalis praetermissa - Rietorchis 119-488/489 VtH Amsterdam-Westerpark, Natuurpark Overbraker Binnenpolder. Vele tientallen planten in slootoevers en in padranden samen met onder meer Kleverige ogentroost, Harige ratelaar, Grote ratelaar en Gele maskerbloem. 123-484 WH Amsterdam-Watergraafsmeer. Bij Amstelstation op laaggelegen, braakliggend terreintje, nabij keerplaats trams. 119-478/120-478/120-479 Amstelveen. In berm en klaverblad A-9 / knooppunt Amstelveen vele duizenden planten.

Dianthus deltoides - Steenanjer 137-181 en 137-482 ND e.a.Muiderberg. Voorland bij Hollandse Brug. Op bekende vindplaats; handhaaft zich vooral langs paden.

Epipactis helleborine - Brede wespenorchis 120-484 JD/RR Amsterdam-Oudzuid. De soort werd gevonden in een boomspiegel, waar hij een paar jaar daarvoor ook al was gezien. 119-478 BB Amstelveen. Enkele planten in plantsoen nabij ziekenhuis Amstelveen. 130-483 FG/JJS Diemen. Circa 50 planten in bosje nabij PEN-centrale. 131-483 FG/JJS Muiden. Een plant in buitendijks moerasbos nabij Muider Kruitfabriek. 131-480 FG/JJS Weesp. Op begraafplaats aan noordrand Weesp nabij de Vecht.

Epilobium inornatum - Kruipende basterdwederik 118-480 HK Amstelveen. Kwekerij Heemtuin De Braak. Kruipende basterdwederik komt uit Nieuw-Zeeland en is in de jaren vijftig in diverse heemtuinen en heemparken als onkruid ongewild verspreid geraakt (onder meer door grond- en materieeluitwisseling). In Amstelveen werd ze in 1954 in heempark De Braak ontdekt en vijftig later blijkt ze hier nog altijd te staan. De soort groeide destijds volop op open, vochtige tot natte veengrond. Op dergelijke plekken wordt ze door de beheerder van De Braak nog steeds op bescheiden schaal als onkruid getolereerd. Zie Gorteria no. 9 (1963) p: 93-95.

Erica tetralix - Gewone dophei 129-481 OW Diemen-Diemerbos. Drie à vier planten verschenen in natuurontwikkelingstrook in Diemerbos, waar eerder al Moeraskartelblad opdook. Interessante ontwikkeling; in dit gebied lagen vroeger diverse interessante veentjes, met onder meer Gewone dophei. Deze zijn bij de aanleg van het Amsterdam-Rijnkanaal verdwenen.

Erigeron annuus - Zomerfijnstraal 120-486 TD Amsterdam-Centrum. Tiental planten op basaltglooiing van Stadhouderskade.

Erigeron karvinskianus - Muurfijnstraal WMP In Amsterdamse binnenstad langzaam uitbreidend langs zonnige gevelmuren. Voorts op muren, maar hier nog sporadisch. In 2004 op 17 muurkanten verdeeld over 10 km-hokken. Enkele opvallende nieuwe groeiplaatsen liggen in het Oostelijk Havengebied. Hier op vochtige, schaduwrijke kademuren van Sumatra- en Surinamekade (123-488 / 124-487). Uitbundig op Kattenburgerkade (123-487).

Eryngium planum - Vlakke kruisdistel 124-483 ND Amsterdam-Duivendrecht. Tiental planten langs fietspad langs Weespertrekvaart.

Euphorbia lathyrus – Kruisbladige wolfsmelk 118-489 HW Amsterdam-Bos en Lommer. Tientallen planten op en aan voet van spoortalud nabij volkstuinencomplex in Overbraker binnenpolder.

 

FFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFFIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

Ficus carica - Vijgenboom Amsterdam herbergt inmiddels circa 40 vijgenbomen (steeds jonge bomen van bescheiden formaat), die er op eigen kracht zijn gekomen. De eerste 'wilde' vijgenboom vestigde zich in 1985 op de Da Costagracht (zie 'Muurplanten in Noord-Holland 1990’ p: 61). Helaas is hij daar verwijderd. Nu herbergt de Minnemoerstraat Amsterdams oudste vijgenboom (sinds 1990). Afgelopen twee jaren werden er diverse nieuwe, jonge vijgenbomen gevonden: 120-485 AvN/TD Amsterdam-Centrum. Een exemplaar langs gevelmuur van Stedelijk Museum aan de Paulus Potterstraat. 121-486 TD Amsterdam-Centrum. Een exemplaar aan zonkant van Keizersgracht. 121-488 TD Amsterdam-Zeeheldenbuurt. Twee pas gekiemde exemplaren langs gevelmuur in Binnen Oranjestraat. 124-486 NdB Amsterdam-Zeeburg. Een jonge boom op muur langs Nieuwe Vaart aan Zeeburgerpad.

Fumaria muralis - Middelste duivenkervel 123-488 TD Amsterdam-Noord. Enkele planten op stenige oever aan Het IJ bij steiger van het pontje aan de Boorstraat. In de regio Amsterdam slechts een enkele maal gevonden; na 1950 alleen in Amsterdam-Oost (vaste groeiplaats) en bij Naarden.

Geranium lucidum - Glanzige ooievaarsbek 123-484 HvH Amsterdam-Watergraafsmeer. Spontaan woekerend in tuin van Reaumurstraat. 124-485 HW Amsterdam-Watergraafsmeer. Op min of meer open plaatsen bij spoortalud aan Archimedeslaan. 124-486 TD Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Flinke groeiplaats op een houten stootbalk (gording) langs kademuur. 120-488 TD Amsterdam-Centrum. In Nieuwe Houttuinen tientallen planten, samen met Donzige klaproos. 127-487/128-487 AvN/TD Durgerdam. Over een grote lengte in de rand van het trottoir, vooral langs gevelmuren, maar ook in hegranden.

Geranium purpureum - Klein robertskruid Deze soort stamt uit het Middellandse-Zeegebied. In 1986 werd hij voor het eerst in Nederland gevonden, in 1994 in Amsterdam. De opmars van deze soort voltrekt zich in een razendsnel tempo, waarbij het spoor een belangrijke transportbaan vormt. Klein robertskruid staat inmiddels talrijk, dikwijls samen met Gewoon robertskruid, tussen Amsterdam-CS en Muiderpoort (121-488; 121/122/123/124-487; 123/124-486; 123/124-485), rond de stations van Diemen (125/126-484), Weesp (131-480) en Naarden-Bussum (139-477/476). Eerder was de soort al gesignaleerd rond station Duivendrecht en station Abcoude. Verder staat Klein robertskruid langs het spoor dat het Naardermeer doorkruist. In Amsterdam is deze nieuweling ook al in de stad gesignaleerd, onder meer in het Oosterpark (123-485 WBK).

Geranium rontundifolium - Ronde ooievaarsbek Deze zuidelijke soort is bezig met een voorzichtige 'intocht' in steden in Zuidwest-Nederland. In Amsterdam recent op twee plaatsen ontdekt, nu twee nieuwe locaties: 117-479 LdO Amstelveen, terrein IJsclub. 128-482 HW Diemen. Meer dan 100 planten aan voet van en op spoortalud bij Muiderstraatweg.

Guizotia abyssinica - Gingellikruid 120-488 TD Amsterdam-Westerpark. Een plant op grondhoop aan rand Westerpark. Gingellikruid komt uit Oost-Afrika en wordt daar gekweekt om zijn oliehoudende zaden en als vogelvoer.

Gymnocarpium robertianum - Gebogen driehoeksvaren 117-485 ND/TD Amsterdam-Zuid. Op basaltmuur van de Westlandgracht, samen met o.a. Muurvaren, Steenbreekvaren, Tongvaren, Gewone eikvaren en Stijve naaldvaren. 122-488 TD Amsterdam-Noord. Op Willem-I-sluis samen met Tongvaren, Wijfjesvaren, Smalle stekelvaren en Stijve naaldvaren. Gebogen driehoeksvaren was uit Amsterdam verdwenen, maar is dus nu teruggekeerd! Zie ook Stijve naaldvaren (Polystichum aculeatum).

Gypsophila muralis - Klein gipskruid 121-485 RB Amsterdam-Achtergracht. Achttal planten tussen stoepklinkers. 120-485 RB Amsterdam-Oudzuid. Stationkade. Klein gipskruid is een voor Nederland uiterst zeldzame soort, die aan het rivierengebied is verbonden. Recent laat de soort zich echter steeds vaker op straat zien, maar het 'optreden' is steeds kortdurend. Het voorkomen van Klein gipskruid in het stedelijk gebied hangt waarschijnlijk samen met verwildering; de soort is als borderplant in de handel.

Herniaria glabra - Kaal breukkruid 122-485 TD Amsterdam-Oost. Tientallen planten tussen trottoirtegels op Mauritskade.

Hieracium pilosella - Muizenoor 124-487 CB Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Een exemplaar op stootbalk aan Levantkade. Muizenoor is in Amsterdam een ongebruikelijke verschijning.

Impatiens balfourii - Tweekleurig springzaad 120-486 TD Amsterdam-Oudzuid. Grote groeiplaats aan het Schapenburgerpad.

 

LLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLLMMMMMMMMMMMMMMMMMMM

Lavandula angustifolia - Lavendel Deze op en top mediterrane soort verwildert steeds vaker op straat. Lavendel staat meestal in de nabijheid van 'bronplekken' waar ze is aangeplant, zoals bij plantenbakken en geveltuinen. Op straat verkiest ze vooral de straatkant en staat bij voorkeur in de goot, maar ook op muren.

Leonurus cardiaca - Hartgespan 120-487 HK/AV/PvdB Amsterdam-Jordaan. Een verwilderde plant langs gevelmuur Van Oldenbarneveldtstraat. In dit hok werd ook een exemplaar van Akkerleeuwenbek gevonden.

Lepidium densiflorum - Dichtbloemige kruidkers Een lastig herkenbare soort (zie 'Veldgids stadsplanten'). In Amsterdam schaars; verspreiding is waarschijnlijk redelijk bekend. De soort concentreert zich vooral op en rond het Realen- en Westerdokseiland en in de omgeving van de Haarlemmertrekvaart in Oudwest. Daarnaast ook in 122-485 HW 122-485/486 Amsterdam-Oost. Rhijnspoorplein hoek Mauritskade. Nieuwe opgaven erg welkom!

Linaria purpurea - Walstroleeuwenbek Van oorsprong als sierplant in cultuur, maar thans op vrij grote schaal inburgerend in stedelijk gebied, nu ook in Amsterdam: 122-487/123-486 TD Amsterdam-Plantage Buurt. Op parkeerterreintje aan Nieuwe Vaart en op plaveisel van Schutwerf diverse planten (bloemkleur roze). 122-488 PvdB/AV/HK Amsterdam-Lastage. Op kade en kademuur van Oude Schans (bloemkleur roze). 120-486 TD Amsterdam-Kinkerbuurt. Een plant (bloemkleur paars) op Da Costakade.

Linum catharticum - Geelhartje 138-482 HV Almere-Zilverstrand. In berm van parallelweg A-6. Op en nabij het Zilverstrand werden al eerder diverse bijzondere soorten ontdekt zoals: Moeraswespenorchis, Ronde zonnedauw en Vleeskleurige orchis. Geelhartje is een kritische soort van soortenrijk grasland op kalkrijke plaatsen. In onze regio is deze soort uiterst zeldzaam en slechts in drie km-hokken gevonden (zie Flora-Atlas Amsterdam).

Listera cordata - Grote keverorchis 126-484 JWW. Diemen-Park Spoorzicht. Park Spoorzicht is als sportpark aangelegd, maar als zodanig in onbruik geraakt. Het ontwikkelt zich nu steeds meer tot natuurpark. Grote keverorchis is een kwetsbare, zeldzame soort. In en rond Amsterdam is deze orchidee in de jaren zeventig in kleine aantallen verschenen, meestal kortdurend zoals in het Vliegenbos, het Eendrachtspark en begraafplaats Westgaarde, maar ook blijvend, zoals in het Amsterdamse Bos. In het Amsterdamse Bos sinds 1975 met vele tientallen exemplaren. Tot op heden herbergt het Bos de enige stabiele populatie in de regio. Recent nog met een enkel exemplaar in het Twiske en in een wegberm bij Zaandam.

Luzula pilosa - Ruige veldbies 138-476 ND Naarden-Bussum. Enkele plant, samen met Grote veldbies en Boskortsteel, op bekende groeiplaats in bosrand van het voormalige zwembad Laegieskamp. Een soort van oude loofbossen op matig voedselrijke zand- of leemgrond, die in onze regio naast deze locatie ook nog bekend is uit hok 137-474 (Zie Flora-Atlas Amsterdam pag. 125).

Luzula sylvatica - Grote veldbies Soort is met zekerheid indigeen in Limburg en de omgeving van Nijmegen; elders veelal geïntroduceerd. Bij Hilversum in het verleden mogelijk met graszaad ingevoerd (mededeling Westhoff 1961). 138-476 ND Naarden-Bussum. In aanzienlijk aantal in bosrand van het voormalige zwembad Laegieskamp. Eerdere inburgering is vastgesteld bij Muiderberg (135-482 en 136-482). In de Flora-Atlas Amsterdam in appendix als mogelijk inburgerend vermeld.

Lytrhum hyssopifolia - Kleine kattenstaart 123-485 WBK Amsterdam-Oost. In het Oosterpark enkele exemplaren aan rand van een vijver op dichte, verslempte grond. Tweede vondst in de regio Amsterdam. Vermoedelijk is de soort hier met watervogels gekomen; bekend is dat deze soort zich gemakkelijk met watervogels verspreidt. Eerder werd de plant op het voormalige spooremplacement 'De Rietlanden' ontdekt (1993), waar ze moest wijken toen het gebied in 2002 werd bebouwd. Kleine kattenstaart is in Nederland zeer zeldzaam. In de Vegetatie van Nederland (Schaminée et al.) wordt Kleine kattenstaart als kensoort van de Dwergbiezen-klasse (Nanocyperion) vermeld. In het rivierengebied zou de soort min of meer natuurlijk zijn op vochtige, open plekken op droogvallende oevers. Toch is de soort daar maar incidenteel en altijd kortdurend aangetroffen. In het stedelijk gebied houdt deze plant op enkele plekken beter stand (Amsterdam, Rotterdam, Maastricht). Recent is Kleine kattenstaart ook weer op enige plaatsen buiten het stedelijk gebied gevonden.

Meconopsis cambrica - Schijnpapaver 122-486 HW Amsterdam-Plantage. Tiental planten spontaan in achtertuin.

Mimulus guttatus - Gele maskerbloem MM e.a. Op veel plaatsen ingezaaid en standhoudend, onder meer in Noordelijke oeverlanden Nieuwe Meer, Brettenzone, Overbraker Binnenpolder, Diemerpark, IJburg (127-485 en 128-485), maar bijvoorbeeld ook in het Guisveld (!).

Melissa officinalis - Citroenmelisse 120-487 PvD Amsterdam-Centrum. Enkele planten op walmuur van Egelantiersgracht.

Montia fontana - Klein bronkruid 123-485 HW Amsterdam-Oost. In Oosterpark onder beuk nabij 'de Titaantjes'. 119/120-488 AvN/TD Amsterdam-Stadsdeel Westerpark. Enkele grote groeiplaatsen op open grond in plantsoen op, door afstromend water, vochtige plekken.

 

NNNNNNNNNNNNNNOOOOOOOOOOOOOOOOPPPPPPPPPPPPPPPPPPPPP

Nepeta cataria - Wild kattenkruid 125-482 ND Diemen. Vijftal planten in ruderale, omgewerkte berm van fietspad.

Nepeta x faasenii – Grijs kattenkruid 120-487 JD Amsterdam-Centrum. Verwilderde planten tussen plaveisel aan rand van kademuur Lijnbaansgracht.

Odontites vernus subsp. serotinus - Rode ogentroost 120-478 BB Grote groeiplaats in klaverblad van A-9 bij knooppunt Amstelveen. Hier samen met Echt duizendguldenkruid en Fraai duizendguldenkruid.

Ononis repens - Kruipend stalkruid 115-483 JD Amsterdam-Sloten. Enkele planten bij rotonde aan de Sloterweg.

Orobanche hederae - Klimopbremraap 119-483 RB Amsterdam-Buitenveldert, binnenterrein VU-complex aan de Buitenveldertse laan. In perkje enkele planten woekerend op klimop.

Papaver atlanticum - Donzige klaproos Deze soort komt van oorsprong uit het Atlasgebergte in Noord-Afrika. Het verschijnen van Donzige klaproos in het stedelijk gebied van Nederland komt niet als een verrassing. In Engeland, speciaal in het zuiden, is Donzige klaproos rond 1930 ingeburgerd en neemt ze nog altijd toe. In Amsterdam al eerder aangetroffen (zie ook nieuwsbrief nr. 34), maar nu diverse nieuwe vondsten: 120-488 TD Amsterdam-Centrum. In Nieuwe Houttuinen samen met Glanzige ooievaarsbek. 122-486 TD Amsterdam-Plantage. Enkele planten langs gevelmuur van Plantage Doklaan. 123-485 WBK Amsterdam-Transvaalbuurt. Oranje Vrijstaatstraat en Beijersweg. 123-486 WBK Amsterdam-Plantage. Enige planten ter hoogte van fietsbrug bij Alexanderkade. 119/120-485 RB/TD Amsterdam-Zuid. Tientallen planten langs gevelmuren in Hacquartstraat.

Panicum capillare - Draadgierst 120-486 PD Amsterdam-Oudwest/Jordaan. Op hoek Elandsgracht-Kinkerstraat. 119-486 TD Amsterdam-Oudwest. Een plant tussen trottoirtegels in de Bilderdijkstraat. 123-487 TD Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Vijftal planten op braakliggend terreintje.

Parietaria judaica - Klein glaskruid In het stedelijk gebied van Amsterdam flink toegenomen en nu plaatselijk vrij algemeen langs zonnige gevelmuren en in hegranden. De soort wordt nog weinig op muren gevonden (in 2004 op 7 locaties). De prognose in Amsterdam e.o. is dat de soort zich meer op straat zal vestigen dan op muren! Geheel nieuw: 112-474 TD Aalsmeer-Centrum. Langs zonnige gevelmuur in Opheliastraat. Was in onze regio buiten Amsterdam nog niet eerder gemeld.

Parnassia palustris -Parnassia 132-497 Monnickendam-Hemmeland. Hier in 2004 helemaal verdwenen. Deze soort verscheen halverwege de jaren negentig met enkele honderden exemplaren op het Hemmeland, nadat hier hooi vanuit het Zwanenwater (Callantsoog ) werd uitgestrooid. In de Flora-Atlas Amsterdam voor deze locatie, evenals Vleeskleurige orchis, ten onrechte opgenomen.

Pedicularis palustris - Moeraskartelblad 129-481 OW Diemen-Diemerbos. In natuurontwikkelingstrook in het Diemerbos al enige tijd een mooie groeiplaats. Recent is hier ook Gewone dophei verschenen (zie aldaar).

Persicaria capitataKogelduizendknoop Deze soort komt uit Centraal-Azië en wordt onder meer als hangplant (hanging basketplant) gekweekt. Sinds enige jaren ook in diverse steden met succes op straat, waar de plant zich goed blijkt te kunnen handhaven. Was in onze regio pas een keer waargenomen (1992), nu een tweede en derde vondst. 120-487 TD Amsterdam-Jordaan. Aan gevelmuur Egelantiersgracht. 123-485 WBK Amsterdam-Oost. Op het plaveisel van De Wetstraat.

Petrorhagia prolifera - Slanke mantelanjer 120-478 en 120-479 BB Amstelveen. Zeer talrijk in klaverblad van A-9 bij knooppunt Amstelveen. Ter plaatse (120-478) ook Valse kamille (Anthemis arvensis). Valse kamille was hier al eerder aangetroffen, Slanke mantelanjer niet; zie Flora-Atlas Amsterdam.

Persicaria minor - Kleine duizendknoop In Nederland vrij zeldzame soort. Niet eerder in Amsterdam gevonden. In de regio Amsterdam wel aanwezig in het Vechtplassengebied, maar daar schaars op natte, voedselrijke, venige grond. 121-485 TD Amsterdam-De Pijp. Enkele forse groeiplekken direct langs gevelmuur in Govert Flinckstraat. 120-486 Amsterdam-Oudwest. Twee groeiplekken direct langs gevelmuur in 1e Helmersstraat.

Picris echioides - Dubbelkelk 124-487 CB Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Een tiental exemplaren in zonnige, ruderale berm van Verbindingsdam bij Sporenburg.

Poa angustifolia - Smal beemdgras 123-487 BB/VtH/MvL/TD Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Plaatselijk op zonnige, naar het zuiden gerichte, balsaltmuren van Javakade. Tamelijk zeldzame, moeilijk herkenbare soort, waarvan de verspreiding in ons land slecht bekend is. Zie ook Moerasbeemdgras (Poa palustris).

Poa palustrisMoerasbeemdgras 124 en 125-486 TD Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Plaatselijk talrijk op beschaduwde, naar het noorden gerichte, basaltmuren, met name Zeeburgerkade. Moerasbeemdgras is een slecht gekende soort en bovendien zijn veel floristen onbekend met de ecologie van deze soort. De soort is, anders dan menigeen veronderstelt, op stenige plaatsen niet ongewoon. Zie ook Smal beemdgras (Poa angustifolia).

Polycarpon tetraphyllum - Kransmuur De opmars gaat verder; nieuwe vondsten: 122-486 HW 123-486 Amsterdam-Centrum. Op en aan kaderand en tussen bestrating van Nieuwe Herengracht bij brugwachterhuisje Latjesbrug. TD Amsterdam-Plantage Buurt. Flink wat planten tussen straatstenen van Louise Wentstraat. 121-487 TD Amsterdam-Centrum. Enkele planten op plaveisel aan Oude Schans ter hoogte van de Kromboomsloot. 122-487 TD Amsterdam-Centrum. Tientallen planten op trottoir van Oude Schans nabij Montelbaanstoren. 123-485 WBK Amsterdam-Transvaalbuurt. Wesselstraat bij Oranje Vrijstaatkade. 123-486 BK Amsterdam-Oostelijke eilanden. Op hoek van Fortuinstraat en Kleine Wittenburgerstraat.

Polypogon viridis - Kransgras 120-486 TD Amsterdam-Jordaan. Diverse planten aan kademuur en boomvoet Lijnbaansgracht hoek Passeerdersgracht. 123-487 BB/VtH/MvL/TD Amsterdam-Zeeburg. Een tiental planten tussen keien op kade en op kademuur van Javakade. 122-487 TD Amsterdam-Centrum. Enkele planten langs grachtmuur van Rechtboomsloot. Voor Nederland geheel nieuwe soort. In 2003 voor het eerst in Leiden, in 2004 op Oost-Voorne, in Nijmegen en Delft. In Amsterdam in 2004 in korte tijd op maar liefst vier locaties ontdekt.

Polystichum aculeatum Stijve naaldvaren 118-485 TD Amsterdam-Zuid. Een jonge plant op een basaltmuur aan Westlandgracht. Op dezelfde muur ook Steenbreekvaren, Tongvaren, Gewone eikvaren en Gebogen driehoeksvaren. Stijve naaldvaren was tweemaal eerder in Amsterdam gevonden. Een plant groeide van 1991 tot 1993 op de grachtmuur aan de Da Costakade en een tweetal planten hield ruim tien jaar stand (vanaf 1989) op de Willem-I-sluis in het Noordhollands Kanaal. Op deze locatie resteert nu nog een exemplaar.

Polystichum setiferum - Zachte naaldvaren Uit onze regio verdwenen: zie Groensteel (Asplenium viride).

Portulaca oleracea - Postelein 113-475 TD Aalsmeer. Enkele planten in open rand van wegberm op hoek van Zwarteweg en Hornweg. 118-479 TD Amstelveen. Een plant op trottoir aan voet van lantaarnpaal bij Laan Nieuwer Amstel.

Pseudofumaria lutea - Gele helmbloem WMP De soort breidt zich in de Amsterdamse binnenstad nog steeds verder uit. De plant groeit op stenige plekken, vooral langs gevelmuren, in oude binnentuinen, hofjes en op en rond trapportalen. Daarnaast ook op (oude) muren, zowel op vrijstaande muren, soms op gebouwen en in toenemende mate op grachtmuren. Tijdens de grachtmureninventarisatie in 1954 (Koningsdaal & Reijnders 1956) werd de soort nergens gezien. Pas in de jaren zeventig werd de soort voor het eerst in Amsterdam vastgesteld, maar ze bleef nog lang een zeldzaamheid. In 1989 groeide de soort op 9 grachtmuren (‘Muurplanten in Noord-Holland 1990’). In 2004 waren dat er meer dan 60!, waarvan de meeste binnen de grachtgordel liggen. In het Amsterdamse havengebied ontbreekt de soort (vooralsnog).

Pulicaria dysenterica - Heelblaadjes 124-486 CB Amsterdam-Zeeburg. Op braakliggend terrein aan Cruquiuskade.

 

RRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRRSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSS

Reseda alba - Witte reseda 127-482 WBK Diemen. Zeventien planten op puinterreintje bij benzinestation aan Muiderstraatweg. 125-478 HW Amsterdam-Zuidoost. Een plant nabij spoorbaan.

Rhinanthus alectorolophus - Harige ratelaar Harige ratelaar is een zeldzame soort van kalkgraslanden (Zuid-Limburg). Deze ratelaar wordt echter steeds meer ingezaaid, waardoor de soort op steeds meer ongebruikelijke plaatsen verschijnt, ook in het westen van het land. Op veel introductieplekken weet de plant zich vervolgens uitstekend te handhaven. De nieuwe groeiplaatsen van Harige ratelaar komen sterk overeen met die van Grote ratelaar. Voortaan dient men dus op beide soorten bedacht te zijn. In de Overbraker binnenpolder in Amsterdam-Westerpark (119-488) komen deze soorten naast elkaar voor en mogelijk is dat ook elders het geval.

Sagina apetala subsp. apetala - Donkere vetmuur In de vorige nieuwsbrief voor Amsterdam-Sloten / Nieuwe Meer (115-482/116-483/117-483) abusievelijk als Tengere zandmuur (Arenaria leptoclados) opgegeven. Het materiaal werd bij controle door het Nationaal Herbarium als Sagina apetala subsp. apetala herkend. Dit is een bijzondere ondersoort van Tengere vetmuur - Sagina apetala.. In Nederland wordt vooral Uitstaande vetmuur - subsp. erecta gevonden. Slechts een klein deel van de vondsten heeft betrekking op subsp. apetala. Alleen enkele exemplaren uit het Deltagebied komen volgens de Atlas van de Nederlandse Flora overeen met de beschrijving van deze ondersoort. NB: Beide ondersoorten zijn onlangs van een Nederlandse naam voorzien.

Securigera varia - Bont kroonkruid 115-494 RL/HP Zaandam. In spoorberm nabij station Zaandam.

Sedum floriferum 119-486 LdO Amsterdam-Kinkerbuurt. Al circa tien jaar op kademuur aan de Jacob van Lennepkade. In Utrecht groeit ditzelfde vetkruid al jaar en dag op een werfmuur aan de Oudegracht.

Sedum reflexum - Tripmadam WMP Op enkele basaltmuren in het Oostelijk Havengebied (Suriname-, Levant- en Borneokade 124-487 / 125-487) en het Entrepotdok (122-486 / 123-486) en op walmuur van de Bloemgracht (120-487 PvD).

Sedum sarmentosum - Driebladvetkruid 124-487 AV/TD Amsterdam-Oostelijk Havengebied. Forse groeiplaats op schaduwrijke kademuur aan de Surinamekade. Voor Nederland nieuwe soort, die zich met succes lijkt te vestigen op al dan niet zonnige basaltmuren en steenglooiingen. De plant is opgemerkt in Tilburg, Roermond, Utrecht en op diverse plaatsen in België.

Senecio vernalis - Oostelijk kruiskruid 122-487 TD Amsterdam-Centrum. Een plant op braakliggend bouwterrein op Rapenburg.

Sherardia arvensis - Blauw walstro 117-485 ND Amsterdam-Slotervaart. Mooie populatie planten op sloop- en bouwterrein en in aangrenzend vergraven gazon bij het Andreas Ziekenhuis.

Silene armeria - Pekbloem 121-486 TD Amsterdam-Spiegelkwartier. Tiental planten tussen straatstenen op vochtige, beschaduwde plek in 2e Weteringsdwarsstraat.

Silene schafta 123-486 Amsterdam-Plantage / Entrepotdoksluis. Van het Entrepotdok is steeds Muurzeepkruid (Saponaria ocymoides) gemeld (diverse exemplaren op muur en plaveisel), maar ter plaatse staat ook Silene schafta. Per abuis is juist deze soort in de Veldgids stadsplanten afgebeeld, i.p.v. Muurzeepkruid. De plek met Saponaria ocymoides is onlangs onder handen genomen, waarbij muur en plaveisel zijn opgeknapt, ten koste van Muurzeepkruid. De plek met Silene schafta en Erigeron karvinskianus is (vooralsnog) gespaard gebleven.

Sisymbrium irio - Brede raket 120-485 TD Amsterdam-Oudzuid. Vier planten aan de rand van onlangs aangelegd trottoir in Johannes Verhulststraat. In onze regio eenmaal eerder adventief gevonden in 114-484 (zie appendix Flora-Atlas Amsterdam). Brede raket is in Nederland uiterst zeldzaam en komt alleen standvastig voor in Dordrecht. Recent ook in Rotterdam. Het is goed voorstelbaar dat deze zuidelijke soort zich de komende jaren meer in het stedelijk gebied zal laten zien.

Soleirolia soleiroli - Slaapkamergeluk 120-486 TD Amsterdam-Centrum. In steegje aan Marnixstraat. Opnieuw een groeiplaats in de Amsterdamse binnenstad (de 9e vondst).

Spergularia rubra - Rode schijnspurrie 122-487 HW Amsterdam-Centrum. Tussen bestrating op pier aan Oosterdok langs Prins Hendrikkade. Typische soort van zonnige, droge, meestal verdichte zandgrond in pleistocene gebieden. In onze regio op oud plaveisel -vaak tussen keistenen- op spoorwegterreinen en op industrie- en haventerreinen, met name in oostdeel van Amsterdam in gebieden die met Gooizand zijn opgehoogd.

Stellaria pallida - Bleke vogelmuur voorheen Duinvogelmuur. Een miskende soort! Blijkt in diverse steden veel gewoner te zijn dan gedacht. In Maastricht is Bleke vogelmuur zelfs algemener dan de Gewone vogelmuur. In onze regio is de verspreiding nog slecht bekend. Bleke vogelmuur is een voorjaarsplant, die bloeit tussen maart en mei en die gebonden is aan open, droge, verrijkte, zandige bodems. Bleke vogelmuur is in Amsterdam al opgemerkt in diverse plantsoenen en geveltuinen. Overigens kan de soort ook gewoon langs de straatkant staan.

 

TTTTTTTTTTTTTTTTTTVVVVVVVVVVVVVVVVVVVVZZZZZZZZZZZZZZZZZ

Teesdelia nudicaulis - Klein tasjeskruid 129-482 GT Diemen. Circa honderd planten, samen met Akkerviooltje, op spoortalud tussen Diemen en Weesp. Typische soort van kalkarme zandgrond. Groeit in onze regio in het Gooi en langs het spoor tussen Diemen en Weesp dat indertijd met Gooizand is aangelegd (Zie Flora-atlas Amsterdam), maar deze groeiplaats was nog onbekend.

Thachelium caeruleum - Halsbloem Een voor Nederland nieuwe muurplant, die net als Spoorbloem van nature thuishoort op rotsachtige plaatsen in Zuid-Europa. In 2003 werd deze soort al in Middelburg en Leiden ontdekt (afbeelding in 'Veldgids stadsplanten' pag. 389), nu ook voor het eerst in Amsterdam. 119-486 TD Amsterdam-Oudwest. Een plant op grachtmuur van Da Costakade. 121-487 TD Amsterdam-Centrum. Acht planten in de volle zon (pal op het zuiden) op grachtmuur van Kromboomsloot.

Thelypteris palustris - Moerasvaren 124-487 CB Amsterdam-Zeeburg. Vier planten onder rand van betonplaten aan de Levantkade. 121-488 TD Amsterdam-Centrum. Twee planten op muur onder spoorovergang Tussen de Bogen. 122-485 TD Amsterdam-Oost. Een plant samen met enkele tongvarens op Mauritskade. 119-486 TD Amsterdam-Kinkerbuurt. Een plant op grachtmuur van de Jacob van Lennepkade.

Teucrium scorodonia - Valse salie 120-488 TD Amsterdam-Staatsliedenbuurt. Een plant bij fietsenrek in 2e Nassaustraat.

Verbascum blattaria - Mottenkruid 119-484 RB Amsterdam-Zuid. Enkele honderden planten op Raphaëlplein, vooral in de straatgoot, op trottoir en aan gevelmuren, met name tegen kerkmuur.

Verbascum nigrum - Zwarte toorts Deze toorts wordt in toenemende mate aangetroffen in stedelijk gebied, met name langs of nabij het spoor en op spoordijken, maar ook in wegbermen en op braakliggend land. Onder meer: 123-481 HW Amsterdam-Duivendrecht, in berm Spaklerweg. 118-484 TD Amsterdam-Zuid. Op braakliggend terrein nabij Olympisch stadion.

Veronica beccabunga - Beekpunge HW Deze soort blijkt een voorliefde te hebben voor open, drasse slootkant- en vijveroevers in de diverse stadsparken. Beekpunge groeit in ieder geval in Park Frankendael (massaal), in het Oosterpark en in het Vondelpark.

Vulpia fasciculata - Dicht langbaardgras 121-488 TD Amsterdam-Zeeheldenbuurt. Tiental planten langs zonnige gevelmuur aan Brouwersgracht. Voor de eerste keer in de binnenstad. Eerder was de soort in de stadsrand op open zandgrond gevonden (Westpoort, Nieuwe Meer).

 

Met dank aan alle waarnemers: Wendy Bach Kolling WBK*; Jos Bakker JB; Nancy de Bakker NdB; Peter Bartels PB; Ruud Beringen RBe; Bertien Besteman BB; Claud Biemans CB*; Jeanne Bok JB; Paul van den Boogaard PvdB*; Hans Bootsma HB; Robbert Bouman RB; Ed Brinkkemper EB; Norbert Daemen ND; Ton Denters TD*; Philipp Derks PDe; Paul van Deursen PvD; Josie Dubbeldam JDu; Simon Flippo SF; Lucy Freese LF; Betty Goudsmit BG; Frank van Groen FvG; Tineke Harlaar TH; Elly de Jong EdJ; Dymphie van der Heijden DvdH; Marianne van der Heijden MvdH; Valentijn ten Hoopen VtH*; Ruud van Kempen RvK; Petra Kerkhof PK; Frits Lambregts FL; Henk van Halm HvH; Joost Kazus JK; Ruud van Kempen RvK; Marianne Kits van Heiningen MKvH; Hetty Kole HKo*; Hein Koningen HK; Martin Kramer MK; Fred Lambert FL; Reindert Leguyt RL; Elvira van Loon EvL; Joris Marsman JM*; Nora van der Meijden NvdM; Martin Melchers MM; Saskia Molin SM; Harry Mulder HM; Jos Neutenboom JN; Aafke van Nierop AvN; Fred Nordheim FN; Wim Nootenboom WN; Lida den Ouden LdO*; Simon Pepping SP; Hella Pomarius HP; Roos van Rosmalen RvR; Arnout-Jan Rossenaar AJR; Hans Schut HS; L. Smeets LS; Henk Smit HS; Jaap-Jan Spaargaren JJS; Pieter Stolwijk PS; Aart Swolfs AS; Jan Timmer JT; Astrid Tilstra AT; Geert Timmermans GT; Anne Troelstra AT; Elza Vis EV; Annelies Visser AV*; Hans Vosman HV; Bart Vreeken BV; Wim Vuik WV; Jan Willem Wertwijn JWW; Peter Wetzels PW; Onno Wildschut OW; Hans Wijnberg HW; Nel Ypenburg NY; Ger van Zanen GvZ; Henriëtte Zoetelief HZ en de Werk- en adviesgroep muurplanten (leden *) WMP.